In sommige buurten lijkt het gebruik van kerstverlichting bijna uit de hand te lopen en bijna op een wedstrijd te lijken in plaats van het brengen van gezelligheid.
In haar normaal rustige straat ziet Marleen tijdens de feestdagen nu een overdaad aan knipperende verlichting en opvallende displays.
“Het lijkt wel een kermis,” merkt Marleen op, verwijzend naar de tuinen vol sneeuwpoppen, rendieren en kerstmannen met flikkerende lichten en muziek.
Vroeger was een simpel lint met lampjes aan de dakrand nog charmant, maar tegenwoordig zijn veel huizen omgetoverd tot heuse themaparken.
Voor sommige bewoners kan deze trend het gevoel van thuiskomen verstoren. “Als ik de straat in rijd, voelt het niet meer als thuis maar eerder als een pretpark,” vertelt Marleen.
Samen met de uitbundige displays om een sfeer te creëren, brengen ze ook veel licht in de omliggende huizen, wat rust en sereniteit kan verstoren.
Ook de milieukwestie is een punt van overweging. Het overmatig gebruik van kerstverlichting roept vragen op over duurzaamheid, vooral in een tijd waarin energiebesparing steeds belangrijker wordt.
“Al die felle lichten gebruiken een hoop energie,” zegt Marleen. “In een tijd waarin we juist bewust omgaan met onze impact op het milieu, voelt het bijna tegenstrijdig.”
Marleen heeft overwogen contact op te nemen met mijn gemeente om te vragen naar mogelijke beperkingen op dit soort verlichting.
”In een tijd waarin we allemaal moeten besparen en zuiniger moeten omgaan met het milieu, vind ik het eerlijk gezegd nogal egoïstisch om een hele tuin vol te hangen met lampen en figuren die niets anders doen dan knipperen.”
In tegenstelling tot het genieten van de uitbundige sfeer, zijn er ook geluiden die pleiten voor meer terughoudendheid.
We kunnen wellicht een evenwicht vinden dat ruimte biedt voor ieders beleving van de feestdagen—van degenen die plezier beleven aan een lichtshow tot zij die de voorkeur geven aan een meer ingetogen sfeer.
Alle bewoners dragen bij aan de gemeenschap, en dat impliceert ook dat we rekening houden met elkaar.
1. Marleen benadrukt waarom zij van mening is dat een verbod noodzakelijk is.
2. Het delen van haar standpunten staat voor Marleen centraal.
3. Volgens Marleen zijn er gegronde redenen voor een verbod.
4. Marleen acht een verbod om diverse redenen wenselijk!
5. Marleen staat erop haar argumenten voor een verbod uit te leggen!
