Karl James ervaart dat zijn leven niet bepaald gemakkelijk is, aangezien hij zichzelf als extreem knap beschouwt en hieraan helaas ook nadelen ervaart.
Karl heeft een vijfjarig dochtertje en zou haar graag naar school willen brengen, maar beweert dat dit voor hem niet mogelijk is.
Hij deelt dat op het schoolplein zijn aanwezigheid wordt opgemerkt door nieuwsgierige moeders. ”Als ik op het schoolplein sta word ik voortdurend bekeken door moeders met een vochtig slipje.”
”Ik heb besloten dat ik mijn kind niet meer naar school breng. Het kan gewoon niet door mijn knappe uiterlijk. Dat is geen pretje. De meeste mensen hebben hier geen last van omdat ze helaas lelijk zijn.”
– Vanwege zijn uiterlijk is het niet mogelijk voor hem om zelfs zijn dochter naar school te brengen.
– Volgens hem zijn de meeste mannen ‘uitgezakte vaders’.
– Hij is dankbaar tegenover zijn ouders voor zijn uiterlijk.
– Het is dankzij zijn ouders dat hij zo’n knappe god is geworden.
– Hij heeft een heel positief zelfbeeld van zichzelf… bah